John Kyalo Mulwa kon zijn gezin niet onderhouden van zijn boerderij van zes hectare, dus stopte hij met boeren en begon een bar. Het land liet hij over aan zijn vrouw – die het veel beter bleek te doen dan hij.
Fidelis Mbithe staat elke ochtend om zes uur op om boerenkoolbladeren te plukken. Met de bladeren voert ze daarna haar kippen. Soms voegt ze er maïs en een lokale erwtensoort aan toe, want haar 120 kippen kunnen niet alleen leven van sukuma wiki, zoals boerenkool plaatselijk heet.
“Dit is een erg droog gebied. Daarom moeten we de inheemse kennis zoveel mogelijk gebruiken bij het boeren”, zegt de dertigjarige Mbithe. Ze wil geen sneller groeiende, zwaardere uitheemse kippensoorten die meer aandacht nodig hebben. Voor haar inheemse kippen vond ze een nichemarkt: consumenten die beweren dat haar scharrelkippen beter smaken dan de uitheemse soorten.
Mbithes kippen stonden aan de basis van haar succes. In 2007 begon ze met 5 kippen, nu heeft ze er 120. Met de opbrengsten van haar pluimveeproject ging ze aan de slag op de zes hectare land. “Ik verbouw verschillende soorten groenten en maïs en gierst. Vooral voor eigen gebruik en als voer voor de kippen. Wat overblijft, verkoop ik op de markt.”
“Toen mijn voorraad gestaag begon te groeien, ben ik lid geworden van de vrouwengroep Kaasya Production, een onderdeel van de Boerenvereniging Mbiuni”, zegt ze. De vereniging telt zestien vrouwengroepen met in totaal 750 leden uit de regio Ukambani in Oost-Kenia. De groepen moedigen leden aan samen te sparen om vervolgens leningen te kunnen verstrekken aan individuele leden. Mbithe heeft nog geen lening afgesloten, maar is dat wel van plan. “Ik wil binnenkort uitbreiden”, zegt ze.
Mbithes succes staat niet op zichzelf. Uit onderzoek van de VN-Voedsel- en Landbouworganisatie (FAO) dat eerder deze maand gepubliceerd werd, bleek dat de opbrengst van boerderijen met 20 tot 30 procent zou stijgen, als vrouwen beschikking zouden hebben over dezelfde middelen als mannen.
“Mbithe is een van de vrouwen die erin geslaagd is de armoede te overstijgen en broodwinner te worden voor haar eigen gezin en verdere familie, door kleinschalige landbouw”, zegt Jane Biashara, een ontwikkelingsexpert die werkte met meer dan zestig boerinnengroepen in Kenia.
Volgens Biashara komen vrouwen het verste als ze groepen vormen. De groep zorgt zelf voor kapitaal en de leden kunnen lenen uit die pot. “Afgaand op mijn eigen ervaring, lenen vrouwen gemakkelijker via zo’n groep dan via andere organisaties. De rente gaat weer terug in dezelfde pot, dus er wordt geen verlies gemaakt”, zegt ze.
De boerenvereniging Mbiuni waar Mbithe lid van is, wist in vijf jaar tijd een kapitaal van bijna 50.000 euro te verwerven, eenvoudigweg door boerinnen aandelen te laten kopen.
Dat vrouwen vaak geen eigenaar zijn van de grond, vormt een belemmering om leningen af te sluiten. Dat kan alleen als iemand anders garant staat. De vereniging lost dat op door andere leden van de groep garant te laten staan. De maximale hoogte van de lening wordt bepaald door het aantal aandelen dat iemand gekocht heeft. (IPS)
Isaiah Esipisu
Reageer op dit bericht