Meer dan een derde van de totale hoeveelheid fossiele energie die we in Nederland gebruiken, besteden we aan het maken van warmte en koude. Dat moet duurzamer. Dat kan ook, door minder warmte te verspillen, door efficiënter warmte met fossiele energie op te wekken en door meer warmte duurzaam te produceren.

Dat staat in het Werkprogramma voor verduurzaming van de warmte- en koudevoorziening “Warmte op stoom”, dat door minister Van der Hoeven van Economische Zaken mede namens haar collega’s Cramer van Ruimte en Milieu, Van der Laan van Wonen, Wijken en Integratie en Verburg van Landbouw, Natuurbeheer en Voedselkwaliteit aan de Tweede Kamer is aangeboden. Met dit werkprogramma wil het Kabinet de omslag naar een duurzame warmte- en koudehuishouding versnellen. Met de uitvoering van het nu voorliggend werkprogramma wordt een besparing aan fossiele energie bereikt die in 2012 oploopt tot een hoeveelheid die gelijk is aan het elektriciteitsgebruik van 1,4 miljoen huishoudens.

In het werkprogramma worden drie soorten maatregelen uitgewerkt: kennis ontwikkelen en delen, marktcondities verbeteren en samenwerking bevorderen.

Maatregelen
In totaal trekt het kabinet ruim 400 miljoen euro uit voor het stimuleren van duurzame warmte voor de periode van 2008-2012. Enkele van de maatregelen uit het werkprogramma zijn:

• Er wordt 6,5 miljoen euro beschikbaar gesteld voor tien proefprojecten om de energiehuishouding van bedrijven door te lichten. Doel hiervan is behalve directe efficiencyverbetering het op het spoor komen van innovatieve mogelijkheden. Bovendien komt veertig miljoen euro beschikbaar voor een subsidieregeling voor het benutten van industriële restwarmte, waarbij de ervaringen uit de proefprojecten worden gebruikt voor de precieze uitwerking. Doel hiervan is restwarmteprojecten die goed zijn voor het milieu maar die nog niet economisch rendabel zijn op gang te brengen.

• Er komt een Nationaal Expertisecentrum Warmte gericht op de gebouwde omgeving en uit te breiden tot de sector industrie. Hiervoor wordt 1,5 miljoen euro beschikbaar gesteld. Het expertisecentrum gaat kennis en expertise verzamelen en delen over het verduurzamen van de warmte- en koude voorziening. Ook gaat het centrum via het uitzetten van veldtesten onderzoeken hoe technieken daadwerkelijk presteren in de praktijk. Hiervoor wordt 2 mln euro beschikbaar gesteld. Voor de kennisopbouw met betrekking tot warmte in de industrie wordt 0,5 mln euro gereserveerd.

• Regionale warmtekaarten gaan vraag en aanbod van warmte inzichtelijk maken voor overheden, bedrijven en ontwikkelaars. Deze worden ontwikkeld in nauwe samenwerking met de provincies.

• Er komt een garantiefaciliteit om het risico van geothermische boringen af te dekken. Het gaat dan om het afdekken van het risico voor een boring die onvoorzien in een ‘droge’ aardlaag uitkomt. Dit is van belang voor tuinders die aardwarmte willen gebruiken voor kasverwarming, maar ook voor verwarming van woningen met aardwarmte. De garantieregeling wordt gedekt door een budget vanuit het rijk van 10 miljoen euro en premies van indieners van aanvragers.

• In de Subsidieregeling Duurzame energie (SDE) zal vanaf 2009 het subsidiebedrag bij productie van elektriciteit uit biomassa worden berekend op basis van de elektriciteitsproductie èn de nuttig bestede warmte.

• De subsidieregeling voor duurzame warmte, die erop is gericht de aanschaf van zonneboilers, warmtepompen en micro wkk-ketels te stimuleren. Hiervoor is 65,5 miljoen euro beschikbaar. Deze regeling loopt al sinds september van dit jaar.

• Stimulering van innovatie door het ondersteunen van samenwerking en kennisdeling op het gebied van warmte- en koudeonderzoek. Dit gebeurt door inzet van het Small Business Innovation and Research Programma (SBIR) en het Unieke Kansen Programma (UKP). Beide regelingen zijn al in 2008 gestart.